Tsjecho-Slowakije, toen nog één land, en Noord-Hongarije (5).

De dorpjes in de Donauvlakte waren uitgesproken Hongaars.


MINDERHEDEN

In de dorpjes valt ons meteen op: hier wonen Hongaren, we herkennen de typische bouw: een blinde muur kops op de straat en langgerekt naar achter met een open veranda aan de zonzijde, meestal begroeid met wijnranken. Alles is hier tweetalig: eten in een Restauraca/etterem, boodschappen bij de rozlicny tovar/elelmiszer en nu moeten de kinderen een nog moeilijker woord voor ijs leren: fadgylalt!
Nog een probleem erbij voor Tsjecho-Slowakije? Wat met de Hongaarse bevolkingsgroep nu de Slowaken over zelfstandigheid praten?
Bij de Donau doemt een ander twistpunt op; grote bulten zand met graafmachines, die een grootscheeps stuwsysteem in de Donau bouwen. Oorspronkelijk een project van Hongarije en Tsjecho-Slowakije samen, maar na hevige strijd van milieuactiegroepen zijn de Hongaren gestopt, de Slowaken graven nog stug door.
NOORD-HONGARIJE

Als afwisseling van de Donauvlakte kiezen we voor het Noordhongaarse Bukk- en Cserhatgebergte en door het natuurpark Borzsony, bergachtig, bebost en boeiend. Zo stug als de Tsjechen zijn, de Slowaken iets minder, zo levendig en kontaktzoekend zijn de Hongaren. In het eerste plaatsje al vraagt een fotograaf ons mee naar het museum, hij wil ons als fietsende familie in de krant zetten. En als trotse Hongaar het museum laten zien. Staan we onderweg op de kaart te kijken, komt er direct iemand bij ons om de weg te wijzen en praten, praten, ook al kijken we wanhopig in ons woordenboek. Een beetje aangeschoten oud mannetje krijgt Idhuna in het oog en vliegt haar zo om de nek, tot grote verontwaardiging van onze dochter, maar de rest van de familie moet er vreselijk om lachen. De privatisering is wat verder gevorderd, supermarkten met veel meer keuze en vooral op horecagebied. Zomaar bij een marktje koffie drinken met oliebollen en gevulde pannekoekjes, op een bankje gezeten naast je fiets, maar ook zijn er veel restaurantjes.

  Als je een weg afsluit doe het dan goed, zoals hier. Niemand kan zo stiekum het nationaal park inrijden.


We kamperen op een prachtige plek van een landeigenaar, die sinds kort weer wat van zijn grond terug heeft en bezig is een camping op te zetten, maar nog heel wat ambtelijke hordes moet nemen voor hij alles rond heeft.

LAATSTE ERVARING

Terug in Tsjecho-Slowakije rijden we over een vlakke, rechte weg richting Bratislava, omzoomd door fruitbomen, een prettig verschijnsel in de oostbloklanden, deze gratis vitamines langs de weg. We zijn al bijna 4 weken onderweg, waren in het begin van de vakantie de kersen rijp, nu zijn het de pruimen en, nieuw voor de kinderen, moerbeien. Onze laatste nacht in dit land is op een overvolle, rumoerige camping van Bratislava. Het is zo lawaaierig 's nachts en het sanitair is zo afgrijselijk slecht dat we bij het afrekenen ons hart erover luchten. "Als jullie buitenlanders drie keer zoveel laten betalen, lever ze dan ook voorzieningen op beter niveau!" roept Henny boos. De beheerder schuift het door naar de chef, die natuurlijk niet op zijn kantoor is ...
Vrij kamperen, bevestigt dit voor ons, is heel wat mooier, frisser en rustiger dan op de weinige campings, die we bezocht hebben, te staan.